Aan de haven van Antwerpen
In een handgeschreven liedschrift van José Vandevelde uit Antwerpen – ons bezorgd door René Van Horen van “Gaffeltuig” – vonden we een lofzang op de haven van Antwerpen.
Tekstschrijver onbekend, de muziek komt van “Pigalle”, een lied uit 1946 geschreven door Georges Ulmer en Guy Luypaerts. Het origineel werd ondermeer gezongen door Patachou
Het vergde enige handigheid om de vertaling op de melodie te plakken, maar we denken toch dat we daarin redelijk geslaagd zijn… De tekst bevat nogal wat jargon dat mogelijk voor rasechte Antwerpenaren actief in het havenbedrijf perfect verstaanbaar is. Wij hebben hier en daar wat vraagtekens.
Aan de haven van Antwerpen
Aan de haven van Antwerpen
is er een schipperskwartier
en men zingt er en men drinkt er
lekker een grote pot bier.
De trolleybussen die rijden
langs dokken en langs de baan.
Op wandel zult ge u verblijden
want dan blijft ge telkenmaal weer staan.
Hier ligt een spits
daar tractoren geflits
ginder ligt er een baquette
daar ene kast
met een hoge last
daar verder een garekeuken
Vlottende kranen
gelijk veteranen
steken hun flèche omhoog
Veel droge dokken
en drijvende bokken
de rest vraagt geen betoog.
Wippende bruggen
gelijk kemelruggen
bewegen hier op en neder
Grote zeeschepen
door bootjes geslepen
die keren hier telkens weder.
Rond de haven van Antwerpen
ligt het spoor ten allen kant
De zeeschepen inbegrepen
brengen hier hun waar aan land.
En de graanzuigers die wachten
op werk in het verschiet.
Hetgene dat zij betrachten
dat brengt ons helemaal geen verdriet.
Drijvende boeien
sirenen die loeien
grote en kleine sluizen
Magazijnen, hangaren,
motors kempenaren
en daarbij nog Oosterhuizen.
Beweegbare kranen
’t zijn echte Titanen
als een reus zo groot.
Veel Antwerpenaren
met heel grote scharen
verdienen hier hun brood
Regelmatige lijnen
en vier magazijnen
vindt men bij ons in Antwerpen.
Een petrolhaven
die is men aan ’t graven
voor onze stad Antwerpen.
Partituur * Aan de haven van Antwerpen * | |
1. instrumentaal
|