Alleen op de wereld (of “Het verlaten meisje”)
Kerstmis is (was) niet voor iedereen een zalige periode. Op een oud liedblad – niet gedateerd, vermoedelijk circa 1920 – wordt het smartelijke verhaal verteld van een jong meisje dat helemaal alleen op de wereld is achtergebleven.
Op een andere versie van dit liedblad wordt ook de geleende melodie vermeld.
Dat kan niet anders zijn dan “Moeder” van Willy Derby, door hem op plaat gezet in 1919 – zie hierover “De zwerver” of “De ellende van den oorlog”
De marktzanger die “Alleen op de wereld” schreef heeft de melodie trouw gevolgd voor zijn smartlaplied over een niet nader genoemd meisje dat een triestige Kerst moest beleven. Er komt geen mirakel, het loopt slecht af.
En toch was het populair: niet alleen staat het op een tiental verschillende liedbladen, het werd volgens noteringen door Harry Franken een halve eeuw later ook nog vlot uit het geheugen nagezongen door dames uit Weebosch en Veldhoven. Weliswaar met interessante tekstvarianten: waar het geheugen in gebreke bleef kwam de creativiteit ter hulp. Wij maken gebruik van die creativiteit om in onze versie niet helemaal het origineel te volgen…
Alleen op de wereld
Zij was een lief meisje van pas vijftien jaar
en had reeds haar ouders verloren.
Geen zuster, geen broeder waren nog bij haar,
waarom toch was zij ook geboren?
Alleen op de wereld, een droevig bestaan,
waarvoor en voor wie moest het zo met haar gaan.
Ze schreide en snikte: “Ik ben nog zo klein,
waarom toch alleen op de wereld te zijn?”
De kerstdagen kwamen, eenieder had pret,
’t was feest met familie en vrienden
maar zij was alleen op de wereld gezet,
voor haar was geen kerstvreugd te vinden.
En overal zag men de Kerstbomen staan,
in pracht en in praal met cadeautjes belaân.
Ze schreide en snikte: “Ik ben nog zo klein,
waarom toch alleen op de wereld te zijn?”
Het was haar verjaardag, ze werd zestien jaar,
niemand kwam haar feliciteren.
Geen vader of moeder waren daar voor haar
die haar konden complimenteren.
En ’s avonds zat zij op de rand van haar bed,
zij kust’en omklemde haar moeders portret.
Ze schreide en snikte: “Ik ben nog zo klein,
waarom toch alleen op de wereld te zijn?”
Zij zag hoe een bedelares met haar kind
voor ’n huis op de stoep zat te rusten
Zij zag hoe de moeder in lompen gehuld
vol liefde haar kindeke kuste.
Zij dacht bij zichzelve: hoe rijk is dat kind,
die heeft nog een moeder die haar teer bemint.
Ze schreide en snikte: “Ik ben nog zo klein,
waarom toch alleen op de wereld te zijn?”
Zij werd door haar droefheid en eenzaamheid ziek
en lag daar alleen en verlaten
en urenlang bleef zij in droefheid alleen,
geen mens die haar moed in kwam praten.
In ijlende koortsen riep zij om haar moe
en sloot toen voor altijd haar kijkertjes toe.
En haar laatste snik was: “Ik ben nog zo klein,
waarom toch alleen op de wereld te zijn?”
Partituur * Alleen op de wereld * | |
1. instrumentaal
|