Manneke Pis (2)
De zoektocht van Louis Raaijmakers naar de volledige tekst (en melodie) van een lied dat hij lang geleden door zijn vader hoorde zingen bracht ons ertoe dit lied alsnog op de site te zetten. Of we het ooit voor een levend publiek zullen zingen is onzeker, als u verder leest zal u te weten komen waarom.
Wij vonden uiteindelijk tekstversies in het liedschrift van Eugenius Koopman (1917), in het liederenschrift van Marie De Puysseleer (1918, geciteerd in “Zo werd gezongen” van Alfons De Belie), in het boek “Anderlecht zingt zoals vroeger” (1991, Ontspanningsclub van ’t Broeck) en in het boek “Zo d’Ouden Zongen” van Walther Van Riet. Die laatste publiceerde ook een melodie zoals die circa 1980 werd voorgezongen door enkele ouderen.
Het thema van het lied is verwant met “een reisje naar Brussel” en niet zoals je op het eerste gezicht zou kunnen denken met dat andere lied over Manneke Pis.
De auteurs van het lied zijn onbekend en de gebruikte melodie is allicht een oud (frans) liedje van “voor den oorlog”, dat merken we aan de stijl, aan de woordenschat en … aan de publicatiedatum van de 2 liederenschriften waarin we het vonden.
Het gaat dus eens te meer over een boerreke die met zijn zuur verdiende spaargeld de trein neemt naar Brussel. Dat heeft hij nog nooit gedaan, want hij weet niet wat er gebeurt als het landschap voor de vensters van de trein voorbijschuift 1. En hij gaat in het midden van de bank zitten uit vrees dat anders de trein zou kantelen…
In Brussel aangekomen zoekt hij zonder kaart en zonder adres naar Manneke Pis en een straatmadelief heeft dat snel in de mot. Ze troont hem mee naar een café maar ons boerreke is blijkbaar niet van gisteren en haar snood plannetje mislukt.
De tekst gaat nogal vrij om met de melodie en het is in elke strofe zoeken om de juiste lettergrepen onder de juiste noten te zetten. Dat – en het ontbreken van een refrein – maakt het zeer moeilijk om het lied in groep te zingen als men het nog niet kent, het is allicht een liedje dat in een revue werd gebruikt en daarna op familiefeesten werd voorgezongen door een plezante nonkel.
We hebben wat voetnoten aan de liedtekst toegevoegd omdat sommige archaïsche zinswendingen en begrippen misschien niet meer algemeen gekend zijn.
1. Dat doet me denken aan 1 van de kinderversjes/mopjes die mijn opa “Jef van Toinge” (die Brussel wél goed kende) voor argeloze kleuters zoals ik placht voor te dragen: “Tuut zei de trein en de statie vertrok”.
Manneke Pis (kluchtlied)
‘k Had ne frank of zeventien gespaard
met veel moeite had ik dat bijeen vergaard
‘k Dacht: met die centen daarmee ga ik op reis,
ik ga voor nen dag of acht naar Brussel of Parijs.
‘k Liep naar de statie om een kaartje heel gedwee.
Maar waar moette naartoe?
‘k Zeg: g’hebt er geen affaire2 mee
Ik zat voor het venster van ’t portel3.
Wel! Wel! Wel! Dat was een spel!
Het was kadee, den trein die ree,
en al die bomen en die akkers reden mee.
Somtijds dacht ik dat den trein bleef staan
Omdat ik alles zag weg gaan.
Ik kost me daar niet aan verstaan.
Een vent met koopren knoppen, dat is fijn,
die knipte dan een gaatje in mijn kaartje van den trein
‘k Zette mij in ’t midden van de bank, ge moet verstaan,
omdat den trein niet scheef zou rij’en, niet van de route zou gaan.
Ik stond in Brussel te gapen, ‘k weet niet hoe
De weg moest ik niet vragen want ik wist niet waar naartoe
‘k Liep dan zo maar op goed vallen uit 4
D’een straat in en d’ander uit
Wat grote jar5 op dien boulevard
Het was al winkel en Bazar.
Ik vroeg aan een agent van Police
Zeg mijnheer, waar is
het standbeeld van Manneke Pis?
Dien agent zei minzaam tegen mij:
Gaat daar over dat pleintje, door dat straatje daar opzij
Dicht daartegen is een winkeltje met vis,
als ge ’t dan nog niet vindt, hé vriend,
vraag het daar dan nog is.
‘k Pakte mijn pet af en ik zei dankuwel
Dan ging ik verder op mijn weg en het ging rap en snel
Maar wat verder moest ik blijven staan:
een schoon maske sprak mij aan
Wel, brave vent, zei ze present,
ik zie dat gij in Brussel nog de weg niet kent?
Zeg mij waar g’ieverans6 wezen moet
Spreek maar ventje zoet,
ik wijs u de weg met spoed
Zeg lief kind, hoort mij eens even aan
Weet gij hier omtrent Manneke Pis niet staan?
Zeker, zei ze, dat is daar in dat café
Trakteert ge mij een pintje, dan ga ik wel met u mee
‘k Zeg: welja, maar dat was kolossaal,
Het was een stamineeke7 met een groot portaal
In dat portaal daar stond een mammesel
Maar binnen was het een spel
Een wijf of vier, rokskes tot hier,
het waren de meisjes van plezier
Ik moest niet lang zoeken, dat was waar
Ik zag het standbeeld daar
Ik sloeg mijn handen dan tegaar
‘k Zag ras da’k in ’n cabberdoesjke8 was
Ik hield goed mijn centen in mijn handen dan vast
Een juffer met zo een korten rok vroeg:
Trakteerde niet met ’n munich9 of een bock10 ?
‘k Zeg, lief kind, mijnen bok heb ik niet bij
Die staat op onzen stal en mijn geit die staat er bij
Ze glimlachte en ze zweeg subiet
Heuren haring braadde niet11
‘k Trok er vandeur, zonder getreur,
En ‘k liep algauw naar den a vapeur12
Als ik nu nog eens naar Brussel gaan
Geloof mij voortaan
‘k Zal naar Manneke Pis niet gaan.
2 Het zijn uw zaken niet
3portaal; kort bij de deur
4 lukraak, à l’improviste, met de natte vinger
5 grand genre, met veel vertoon
6 ergens (nergens = nieveranst nie)
7 estaminet, café
8 “chambre douce” waar men ongezien en ongestoord de liefde kon bedrijven
9 pilsbier gebrouwd in Munchen
10 Bock is een biersoort. Oorspronkelijk Einbeckerbier in de 17e eeuw, in de lage landen verbasterd tot “een bockbier”
11 zegswijze: haar plannetje mislukte
12 de stoomtrein of -tram
Partituur * Manneke Pis (kluchtlied) * | |
1. instrumentaal
|
Aanvulling 18-6-2020
Herman Van Gorp maakte in 1975 een reeks opnames bij o.a. Dymphna en Frans Laenen uit Gierle. Zij zongen hun versie van dit lied voor, duidelijk gebaseerd op dezelfde melodie, welke dat ook moge wezen.
2. Dympna en Frans Laenen
|
Aanvulling 29-9-2021
Op een liedblad van Achille Coppenolle (verzameling Willy Machiels MUZ0940 pag. 29) vinden we dit lied onder de titel “Mijn eerste reis naar Brussel”. Zoals gewoonlijk staat onderaan dit liedblad “Gedicht en gezongen door Coppenolle Achille (Streng verboden nadruk)”. “Gezongen”, dat zal wel, maar “gedicht” zeker niet! En teksten op een website zijn niet “gedrukt”, dus dat is dan ook in orde 🙂
1 reactie
Mooi! Halfweg de vorige eeuw werd dat in Mol en Dessel nog gezongen. Ik zend u mijn optekening van iemand die het daar toen geleerd heeft.