Overwinning van de Belgen in de Tour de France 1936
In 1884 schreef speelman Jan Klok in Nederland een aantal instrumentale muziekjes neer, waaronder deze “Schuier Marsch”:
Vooral op de laatste 3 regels herkennen we de straatliedmelodie van “En als we dood zijn groeit er gras op onzen buik”, bewaard gebleven in talloze potpourri’s.
In 1932 hoort die melodie volgens Richard Vankenhove en Adhémar Lepage in “Het Volksleven in het Straatlied” ook toe aan een soort liefdeslied:
In Nederland is de aloude melodie opgepikt voor “En van je hela hola, houdt er de moed maar in”, dat we integraal terugvonden in “Zonnige Zang, Kampeer- en Trekkersliedjes – deel 1”, samengesteld door George Blok circa 1950
Volgens Roger Hessel in “Duvels op de kasseien” gebruikte marktzanger Tamboer de melodie van “De voetbal” voor een lied over de Tour de France uit 1936. Dat lied kennen we niet, maar de melodie die hij publiceert lijkt in het refrein als twee druppels water op de hierboven geschetste mars. Die van de strofen dan weer niet.
Wij weten dat Tamboer vertrouwd was met liedjes van Kees Pruis (1889-1957) die “En van je hela” in 1939 had opgenomen in zijn potpourri “Populaire Feestmars” (vanaf 2:19) en daarom dachten we dat ook de strofen hierop gebaseerd moeten zijn. Probleem: de tekst van Tamboers’ strofen is hiervoor te kort …
Tamboer heeft het over de Ronde van Frankrijk in meerdere liederen, in de dertiger jaren van de 20e eeuw – zijn glorietijd als marktzanger – waren de Belgen immers heer en meester in die zware rittenwedstrijd. Zoals het supportersliederen betaamt is er veel leedvermaak voor de verliezende tegenstander, in casu de Fransen. U moet hierbij wel bedenken dat er in die tijd, nog meer dan nu, door de chauvinistische Fransen regelmatig werd gesjoemeld om zoveel mogelijk plaatselijke vedetten vooraan te krijgen. Meer dan eens werden buitenlanders, de Belgen op kop, “gepakt” door wedstrijdjury’s of vechtgrage toeschouwers; het gejuich bij de Vlaamse supporters was dan ook des te groter als die pogingen mislukten en illustere Belgische renners als Sylveer en Romain Maes, Felicien Vervaecke of Marcel Kint de bloemen veroverden.
De Franse Ronde 1936
Het grootste sport op heden
is wel den Tour de France
die weerom is verreden
de zege is aan ons.
Ons jongens h’en gestreden,
daarom zingen wij thans:
Die Sylveer Maes kan kloppen moeten bazen zijn
Vervaecke is lijk nen trein,
de Fransmans zijn te klein,
want Marcel Kint gaf ze ne groet en nen bonjour
en roept ’t naaste jaar is mijnen toer.
In d’Alp en Pyreneeen
daar kregen zij wat mee.
De belgen he’n gereden
en op den Tourmalet
daar is de slag gestreden
Karel Steyaert riep hoezee
’t Naast jaar, als wij nog leven,
moet onze Belze ploeg
twee ritten voorsprong geven
en is’t nog niet genoeg,
een strafken overdreven
maar toch krijgen zij troef.
Toch zullen wij niet kniezen
maar kunnen laten zien
ne maat of twee verliezen
en winnen bovendien.
Zijn wij in onze viezen,
wij rijden elk voor tien.
Partituur * De Franse Ronde 1936 * | |
1. instrumentaal
|