Een jonge moeder van OLV Thielt verwurgt haar kindje te Heverlee (ca 1930)
Alfons Van Gestel uit Aarschot, alias “Fonske Patat”, was een marktzanger die het beroep had geleerd via de vele familieleden die in dezelfde branche actief waren. Voor meer details hierover verwijs ik naar ons relaas over “Weet je wat een zoentje is?”
De man zong graag moordliederen, uiteraard op gekende melodieën. In dit geval koos hij voor een vrolijke alomgekende Duitse melodie “Trink, brüderlein, trink” (1927) van Wilhelm Lindemann (1882-1941), ondertussen dus vrij van auteursrechten. Opmerkelijke melodiekeuze toch om zo’n dramatische gebeurtenis te bezingen?
Hoewel Van Gestel in de titel van zijn lied details verleent over de droeve gebeurtenis hebben we er toch nog niks van teruggevonden in oude (gedigitaliseerde) kranten. Gezien de gekozen melodie moet het in of na 1927 geweest zijn.
Een meisje van zestien jaar, afkomstig van O.L.V. Tielt maar als dienstmeid aan de slag in Heverlee, wordt blijkbaar ongewenst zwanger. Ze bevalt stiekem in haar kamer en wurgt het kind. Wie de vader was komen we niet te weten. Was haar werkgever verantwoordelijk voor die zwangerschap? Dat gebeurde wel meer in die tijd. Had niemand dan gemerkt dat ze zwanger was? Was ze in paniek geraakt? We hebben er het raden naar. Hij heeft ook geen enkel begrip voor de handelswijze van de piepjonge moeder en in het refrein maant hij alle jongeren aan: “Laat zulke dwaasheden gaan.” Allicht kon hij hierbij rekenen op instemmend gemompel van zijn toehoorders.
Een jonge moeder van OLV Thielt verwurgt haar kindje te Heverlee
Een meisje nog zeer jong van jaren,
ach mensen, hoe kan het bestaan,
die komt daar een kindje te baren,
en zij was nog maar zestien jaar.
Wanneer zij moest moeder gaan worden,
niemand hielp haar daar in de nood.
Bedenk toch eens wat droeve stonde
als zij daar haar kindje vermoordt.
Refrein:
Jonkheid, wilt het verstaan,
neem daar een exempel aan!
Als gij moeder moet zijn,
laat zulke dwaasheden gaan.
Wanneer gij baart in verdriet en in pijn,
’t kind vroeg toch niet hier te zijn,
want zo een wichtje het heeft niets misdaan,
het heeft ook recht te bestaan.
Als meid was zij in dienst getreden
en toen op een zekeren dag
had zij de gedachte gekregen,
zij zei dat ze onpas’lijk was.
Dan is zij naar boven getreden,
niemand wist van zulk een gevaar,
daar bracht zij haar kindje van ’t leven,
verwurgde het schepseltje daar.
Wanneer men alles had vernomen
en alles eens goed afgelet,
dan heeft men haar kindje gevonden
verborgen al onder het bed.
Waarom als ene brave moeder
had gij het dan niet grootgebracht?
Maar later zult gij er voor boeten
zowel bij dag als bij nacht.
Partituur * Een jonge moeder van OLV Tielt … * | |
1. instrumentaal
|