0

Ieder huisken heeft zijn kruisken

Geplaatst door Johan op 15 april 2015 in liedboeken, liederen, Spot & Ironie |

vlaamse-zanger-cover-IINog een lied van Alfons Janssens, deze keer weer wel met een tekst van Andreas Deweerdt.

Over beide Antwerpse barden uit de 19e eeuw is op deze site reeds meermaals en uitvoerig geschreven, gebruik de “zoek”-functie als u er meer wil over weten.
Ook dit lied leerden we aanvankelijk kennen via “De Vlaamsche Zanger – deel 2”, uitgegeven rond 1900.
Het is een typische Deweerdt tekst, die een kind was van zijn tijd: een beetje belerend, een beetje spottend, altijd uitvoerig. Acht strofen! Waar zou je nu nog een publiek vinden dat geduldig genoeg is om zo’n lang lied te aanhoren?

Ieder huisken heeft zijn kruisken

Voor de jongere lezers: de uitdrukking “Ieder huisken heeft zijn kruisken” slaat niet op het feit dat er (toen) in elk huis een kruisbeeld hing. Het refereert naar het dragen van een zware last, net zoals Christus zijn (zwaar) kruis naar de calvarieberg moest dragen. Dat wordt trouwens in de laatste strofe ook nog eens extra verduidelijkt.

In de tweede strofe heeft hij het over “Napoleon” die problemen zou gehad hebben met “den djek” en “het pruisken” én met zijn echtgenote. Bedoeld wordt Napoleon III die democratisch tot president was verkozen maar zich op basis van een (gemanipuleerd?) referendum in 1852 tot keizer liet kronen, in navolging van nonkel Napoleon I. Een jaar later trouwde hij met de Spaanse Eugenie de Montijo, de laatste keizerin van Frankrijk. Na de geboorte van een kroonprins zou Napoleon naar verluidt het gezelschap van (vele) andere dames hebben verkozen. Hij had het aan de stok met Pruisen rond 1870 – het “pruisken” zou dan Otto von Bismarck moeten zijn – maar wie “den djek” is? Doet denken aan de naam Jack, fonetisch neergeschreven, maar met het Britse Rijk was Frankrijk op dat moment beste maatjes. Waarschijnlijk is het de buurman van het pruisken, namelijk “den Tjech”

In elk geval schreven Janssens en Deweerdt hun liederen tussen 1853 en 1885, toen Napoleon III aan de macht was in Frankrijk … en ei zo na ook in België.

Ieder huisken heeft zijn kruisken

Als ’t u niet al te bestig1 gaat
in ’t huisgezin of in uw zaken,
en wees daarom niet al te kwaad,
en wil vooral geen ruzie maken
of kijven op de goede God
omdat ’t niet loopt als door een buisken,
maar met geduld verdraag uw lot,
want ieder huisken heeft zijn kruisken,
maar met geduld verdraag uw lot,

want ieder huisken heeft zijn kruisken.

Zijt gij baron of arme bloed,
of kleine slaaf of grote keizer,
’t is vast dat gij uw kruis ontmoet
is ’t niet van goud dan is ’t van ijzer;
Napoleon heeft wel verdriet,
’t is met den djek of met het pruisken
of met zijn wijf… ’t is altijd iet;
want ieder huisken heeft zijn kruisken.
Of met zijn wijf… ’t is altijd iet;

want ieder huisken heeft zijn kruisken.

Al heeft een man de grootste schat,
een brave vrouw en lieve kleintjes,
dan vindt hij toch weer dit of dat,
hij wordt geplaagd door zijn kozijntjes,
of ’t is een vriend of een vriendin,
of ’t is een rat of wel een muisken
die stoort de rust in ’t huisgezin;
want ieder huisken heeft zijn kruisken.
Die stoort de rust in ’t huisgezin;

want ieder huisken heeft zijn kruisken.

Ik weet ‘nen heer die altijd aan,
van alles kan volop genieten,
die niet getrouwd, op ‘s levensbaan
zijn pijlen mag in vreugd verschieten,
en toch bij tijd hij grolt en knort,
en ziet bedrukt gelijk een luisken…
’t Is vast dat hem toch ook wat schort,
want ieder huisken heeft zijn kruisken.
’t Is vast dat hem toch ook wat schort,

want ieder huisken heeft zijn kruisken.

Hoe schoon en goed een ambachtsman
zijn brood verdient, daar komen dagen,
dat zijnen baas wat vloeken kan
of zijn bazin hem zoekt te plagen!
Is een soldaat, nu los en blij,
strak staat hij droef in ’t schilderhuisken,
of wel, daar komt een vechtpartij;
want ieder huisken heeft zijn kruisken.
Of wel, daar komt een vechtpartij;

want ieder huisken heeft zijn kruisken.

En ’t schijnt dat ’t zo volstrekt moet zijn,
want wie geen kruis heeft om te dragen,
die zoekt er een, bij groot of klein,
ja, is zo dwaas van ’t zelfs te vragen;
of zijne wens dan wordt voldaan
en of hij krijgt een blekken2 buisken,
hij is dan toch met iets belaên
want ieder huisken heeft zijn kruisken.
Hij is dan toch met iets belaên

want ieder huisken heeft zijn kruisken.

Zodus, met moed en met geduld,
verdraag zoal wat tegenheden,3
en neem uw kruis op uwen bult,
ons Heerken heeft zoveel geleden!
Dewijl ge toch niet anders kunt
in een paleis of in een kluisken;
’t oprecht geluk is niet gegund,
want ieder huisken heeft zijn kruisken.
’t Oprecht geluk is niet gegund,

want ieder huisken heeft zijn kruisken.


1 niet te bestig = niet al te best
2 blekken = van blik
3 tegenheden = tegenslagen, maar dat rijmde niet …

Partituur * Ieder huisken heeft zijn kruisken *
      1. instrumentaal

Tags:

Plaats een antwoord

HTML-code is niet toegestaan (pech voor SPAMmers)

HTML-code niet toegestaan
Form filling spam bots are redirected to the FormSpammerTrap.com web site.

Loading...

Verstuur uw reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Copyright © 1967-2024 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com