Als gij maar poen bezit
Liedtekst van Tamboer, melodie van “Ik ben in Parijs geweest” (Louis Dupont, 1935)
Tamboer legt in vele varianten uit dat voor geld alles te krijgen is. Zoals wel meer gebeurt heeft de tekstschrijver vooral zijn best gedaan om een tot de verbeelding sprekend refreintje te verzinnen, de strofen komen nogal gekunsteld over. Maar de mythe dat voor geld alles te koop is, sloeg natuurlijk wel aan bij het marktzangerspubliek. Ook nu nog is het een vaak terugkerend thema in de onderzoeksjournalistiek.
Als gij maar poen bezit
Er zijn zo vele stielen,
vraag het aan ieder mens:
nen auto loopt op wielen,
alles gaat naar de wens.
g’Hebt van die fijne tiepen,
dat noemt men briqueleurs.
Zonder een woord te piepen
werken zij aan uw beurs
Refrein:
Als gij maar poen bezit
maken zij zwart wel wit.
Dingen die oud en versleten zijn
die repareren zij weer fijn.
’t Zijn mannen van het vak,
altijd voor hunne zak.
Zij schuren ’t vel van den duivel wit
als gij maar poen bezit.
Klakpotters aan de muren,
kleermakers aan de broek,
metsers achter hun uren,
kuisvrouwen in den hoek,
opstellers van gazetten,
Notaris of Dokteur,
kenners van oude wetten
geven aan elk de keur:
Zijt gij niet vrij van zonden,
loop naar nen advokaat.
Of zit gij vast gebonden,
‘k geef u nen goeie raad.
’t Staat in mijn lied beschreven,
alles op ’t wereldsplein
kan u worden vergeven
zelfs bij de meisjes fijn:
Partituur * Als gij maar poen bezit * | |
1. instrumentaal
|
1 reactie
Hartelijk dank Johan, dit is wel degelijk het lied dat ik bedoel, ik ben hier heel blij mee, nogmaals bedankt