Dat heet progres
Nog een lied op tekst van Andreas De Weerdt (1825 – 1893)– zie voor achtergrond-commentaar ondermeer het lied “Met Franse complimenten” (en de aanvullingen onderaan).
Eén van zijn muziekuitgevers, Alfons Janssens (1836-1915), schreef er muziek bij en Erik Demoen nam ze over in het boek “A la vapeur, dat heet progres”, Gent, 1985
Vele liedjes van De Weerdt werden geschreven op basis van een populaire melodie, maar A. Janssens publiceerde ze meestal met een andere melodie van eigen maaksel. Zal wel iets met © te maken hebben.
De liederen van Alfons Janssens waren in de plooien van de geschiedenis verdwenen; slechts van een klein handvol konden we tot nu de muziek terugvinden omdat ze overgenomen werden in bv. “De Vlaamsche Zanger” of andere populaire zangbundeltjes. Dankzij o.a. de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen zijn een aantal goedbewaarde partituren sinds een tijdje – de site is niet gedateerd – simpelweg online te bekijken.
Dat heet progres
Zie, iets waar ik niet kan van zwijgen
Is dat we gaan zoo fel vooruit,
Nen avapeur(1) kan ons niet krijgen,
Zoo vliegen wij jaar in, jaar uit!
G’hebt vroeg en laat, zoo heel gespannen,
Die loopen rond ‘lijk eerste jannen
Met ‘nen trombon en een grosse caisse!
Dat heet progres!
G’hebt scholen nu, niet om te leeren
Dat ge moet braaf en eerlijk zijn
En dat ge moet uw ouders eeren
O neen! men leert nu aan de klein
Dat ge daarin u niet moet stooren,
Dat ge moet lachen met pastooren,
En met sermoon en zedeles,
Dat heet progres!
Aan iedereen het zijn te geven,
Dat is nu ook geen mode meer,
Maar om ter meest en ’t vetste leven!
Of het in schand is of in eer!
Maar vroeg en laat den Jan uithangen,
En zot en dwaas maar gaan uw gangen,
Al zit ge met een lege tesch,
Dat heet progres!
Het wijfke van Peer Jan de pekker
De dochter van een voddevent,
De zuster van ‘ne schaliedekker,
Het nichtje van een regiment,
Dat weet niet meer hoe het moet loopen,
Dat maakt beslag en schuld met hoopen
En ’t pronkt gelijk een barones!
Dat heet progres!
Het eigen schoon de deur uit gooien
Voor vreemde soort van klatergoud!
Ja, op zijn fransch hier liggen knoeien;
In Berchem en in Borgerhout,
Zoowel als bij die schoon sinjoren,
Die roepen “wij zijn vlaamsch jandoren!”
En geven enkel fransche les,
Dat heet progres!
Waar vroeger voor ‘ne frank of zeven
‘Nen heelen woon te krijgen was,
Daar moet g’er nu wel honderd geven,
Voor iets zoo groot gelijk een kast!
En lasten die ge moet betalen!
Voor feesten en voor zegepralen,
Van ene frank, ge komt op zes!
Dat heet progres!
Voorheen, toen nog het klokske luidde,
Ging elk te bed voor middernacht!
Maar sinds de wind zoo komt van ’t zuiden,
We gaan vooruit met zooveel kracht,
Om d’herbergiers doen veel te winnen,
Men zit bij baas en bij bazinnen,
Tot ‘s morgens vroeg, ja met de flesch!
Dat heet progres!
Nu voor het slot, o vlaamsche vrienden,
Ik hoop dat u mijn lied bevalt,
Die ander gaan ’t onnoozel vinden,
Omdat er niet wordt in gemalt,
Op non en paap en op jezuieten,
‘k Zou anders ook daarmee genieten,
Een kolossaal en groot succes!
Dat heet progres!
(1) Een “avapeur” is een stoomtrein of stoomtram.
 |
Partituur * Dat heet progres * |
 |
1. instrumentaal
|