De wereld binnen 1000 jaar
Op de melodie van “Dezeken moest het weten” schreef Karel Waeri (1842-1898) op 12 april 1878 een “profetische” tekst over het leven van de mens in 2878.
Als u nu denkt dat Karelke een concurrent van de visionaire Jules Verne was, dan denkt u verkeerd. Waeri haalt eens te meer kilo’s ironie tevoorschijn en doet niets anders dan zijn tijdgenoten uit de 19e eeuw op hun eigen tekortkomingen wijzen. Uit zijn overdreven optimistische toekomstvisie kunnen we zonder meer afleiden dat hij helemaal niet denkt dat bepaalde menselijke dommigheden ooit zullen verdwijnen.
Het lied werd eveneens gezongen door zanger A. Van Damme die de tekst op een vliegend blad liet drukken bij F. Hage, Gent.
Andere liederen van Karel werden ooit gezongen en op plaat gezet door de betreurde Walter De Buck:
- De vischmarkt (La Farindondaine) / ’t Vrijen / D’eerste vrouw
- De loting/ Tone de knecht/ ’t Kiesexamen/ De speculatie
- De poorte van de hemel/ De spiegelkast/ Pater Klokkenluider
- De stier & De klarinetzak
- De besten & Triene Versluys
De wereld binnen 1000 jaar
De wereld binnen duizend jaar,
zo heb ik eens gelezen,
zal beter zijn als nu voorwaar,
’t zal and’re peper wezen.
Alles zal gaan naar wens,
Geen enen slechten mens
zulde gij nog ontwaren.
’t Zal gaan g’lijk in’t luilekkerland,
en binnen duizend jaren,
rijdt elk per vigilant.
Met duizend jaar zal men niet meer,
van oorlog horen spreken,
men zal dan al met enen keer,
de forten af doen breken;
en is er ruze op hand,
uit ’t een of ’t ander land,
de koning zelf zal vechten,
met zijnen vijand tot ter dood,
zonder soldaat of knechten,
’t verlies is dan niet groot.
De telegraaf met duizend jaar,
die is al lang vergeten,
geen mens en vraagt er daar nog naar,
als g’iets wilt laten weten,
naar Aalst of Dendermond,
naar Luik of Brainlecomte,
vertel het maar aan ’t vrouwken,
zeg dat het is een groot geheim,
en seffens is’t geweten,
van hier tot in Berlijn.
’t Zij keizer, prins, of diplomaat,
sultans, of and’ re schachten,
die zullen zeggen tot den staat:
waar zijn uwe gedachten?
Ik heb zoveel miljoen
per jaar niet meer vandoen,
‘k ben rijk al van mijn eigen;
legt z’in de kas van ’t gouvern’ ment,
De mensen zullen zwijgen,
en ik ben ook kontent.
Met duizend jaar zal iedere man,
zijn vrouw oprecht beminnen,
en niet meer spelen den galant,
bij andere vriendinnen.
En ’t wijf van haren kant,
met ’t schoonste van heur hand,
als er ‘nen haan komt kraaien,
geeft z’hem ne slag in zijn gezicht,
dat zijnen kop zal draaien,
en dat is hunne plicht.
Ik heb nu daar of hier omtrend,
de toekomst voorgedragen,
en zijt ge daar niet mee content,
komt het mij morgen vragen.
Meer weet ik nu toch niet,
En deze die mijn lied
Beknibb’len of verachten,
of durven zeggen, ’t is niet waar,
Die moeten dan maar wachten,
tot binnen duizend jaar.
Partituur * De wereld binnen 1000 jaar * | |
1. instrumentaal
|