Pas op voor de vrouwtjes
Een schoolvoorbeeld van een café-chantant liedje dat de ongetwijfeld mannelijke meerderheid van de cafégangers uitspeelt tegen de enkele aanwezige vrouwen. Met humor, al vrezen we dat die vandaag de militante vrouwenbewegingen zou ontgaan. Als ze dit lezen: protesteer gerust op Facebook of Twitter, maar vergeet geen link toe te voegen naar deze site 🙂
We vonden het lied bij Willy Lustenhouwer in zijn “Geschiedenis van het Café-Chantant”, één van de zovele schitterende naslagwerken die uitverkocht zijn en in de meeste Vlaamse bibliotheken al lang “afgevoerd” wegens te oud. Gelukkig duikt af en toe nog een exemplaar op in het antiquariaat.
In het lied waarschuwt de (mannelijke) zanger zijn publiek zich niet te laten verleiden “door schone krullen” tot een huwelijk. Hij maakt een onderscheid tussen zwartharige en blonde vrouwen, al komt het blijkbaar steeds op hetzelfde neer: eens getrouwd worden de lieve meisjes bazige, kijvende wijven, een cliché dat we al meermaals in liederen terugvonden. Zou het dan toch waar zijn?
In de laatste strofe vindt de zanger het raadzaam om de luisterende dames duidelijk te maken dat het allemaal maar om te lachen is, zo te zien was er toen ook al een probleem van gebrek aan gevoel voor humor.
In de derde strofe is het overigens duidelijk dat het lied oorspronkelijk in het dialect werd gezongen, anders kan “koud” nooit rijmen met “woord”.
Pas op voor de vrouwtjes
Al die lust heeft om te trouwen,
wil ik geven goede raad,
zowel jonkmans als juffrouwen,
eens getrouwd is het te laat.
want zie, ik zal het u tonen
hoe ge’t onderzoeken moet.
’t Moeilijkst is dat al die vrouwen
willen trouwen en met spoed.
En voorzichtig jonkmans hier
en wees zo haastig niet
want met hun schone krullen
brengen zij u in’t verdriet.
En ’n pak vooral geen zwarte,
die zijn vol van jaloezie,
ja die kijven en die scharten
ja dat ziet ge soms van hier.
O die zwarte dat zijn kwaaie,
ze zijn d’r goed voor gekend,
moeilijk zijn ze om te paaien
want ze zijn teveel gewend.
En zie die zwarte daar,
met al haar mooi zwart haar,
ze durft de brave jongens
brengen al in het gevaar.
En ’n pak vooral geen blonde
z’is niet beter dan de rest,
ja ze kijven en ze pronken
zie dat ondervind ik best.
Thuis aan mijne koffietafel
’t is te heet ofwel te koud
z’is aan’t pronken en aan’t zagen
en wilt altijd ’t leste woord (“woud”).
En heel wat blonde meid
hier onder ons gezeid,
ze zijn van hunne jonge jaren
hunne maagdom kwijt.
Meisjes wil het ons vergeven,
ge ziet dat toch wel van hier,
w’hebben leugens weggegeven,
ja het was voor het plezier.
Rode, bruine, blond of zwarte
’t zijn al dutskes ondereen,
veel te lief en veel te brave
om van hunne man te scheën.
Neen, meisjes ’t is niet waar,
wat gij gehoord hebt daar:
het was maar om te lachen
en ’n luister daar niet naar.
Partituur * Pas op voor de vrouwtjes * | |
1. instrumentaal
|
|
2. Duo Wreed & Plezant live te Bertem - juni 2004
|
Aanvulling 31-12-2022
In een liedjesschrift van een anonieme soldaat staan 2 strofen meer (MUZ0956 pag. 5-6)
1 reactie
Bertha Rusbach, de “bekende Volkszangeres van Antwerpen” schreef en zong een fel gelijkend verhaal, op een “Bekende zangwijze” maar welke weten we niet. Haar titel: “Voor degeene die trouwen.”
De “gelijkenissen” uiten zich in hele zinnen die vrijwel identiek zijn én dezelfde verontschuldiging tegenover de meisjes op het einde.
Volgens het dialectwoordenboek op https://www.mijnwoordenboek.nl/ is “scharten” (krabben) een uitdrukking die in Oost- en West-Vlaanderen gebruikt wordt maar niet in Antwerpen. Bertha Rusbach heeft het lied dus geleend…