Het Panamaschandaal
Nadat Ferdinand de Lesseps met groot succes het Suez-kanaal had gegraven en het op 17 november 1869 in gebruik was genomen, kreeg hij de opdracht om dat kunstje nog eens over te doen in Panama, zowat de smalste strook land tussen Noord- en Zuid-Amerika. Het duurde uiteindelijk tot 1879 eer het project werd aangevat op basis van een geschatte kostprijs van 600 miljoen (franse) franken om 75 km kanaal uit te graven. De Compagnie universelle du canal interocéanique de Panama werd opgericht om de nodige fondsen bij mekaar te krijgen.
Dat liep niet van een leien dakje: nauwelijks de helft van het nodige geld kon via de uitgifte van aandelen verzameld worden, en de werken liepen bovendien veel vertraging op door een malaria-epidemie en een opstoot van gele koorts die vele arbeiders het leven kostte. Ook het terrein was weerspanniger dan verwacht: de rotsige bodem maakte de graafwerken tot een hel en in de oorspronkelijke plannen was men vergeten rekening te houden met het reliëf door bijvoorbeeld sluizen te voorzien. Dat was allemaal niet van aard om nog meer aandeelhouders aan te trekken.
De Lesseps en zijn compagnie deden dan beroep op de heren Jacques de Reinach,
baron en bankier, en Cornelius Herz, geneesheer én zakenman, die gelden van kleine spaarders beheerden. Beide heren wisten de pers te “overtuigen” om investeringen in het Panamakanaal op te hemelen en, toen dat niet volstond om het Parlement aangepaste maatregelen te doen stemmen om een grote obligatielening te kunnen uitschrijven, besteedden ze een smak geld om de nodige parlementariërs om te kopen.
De ingenieursrapporten die aangaven dat de bestaande plannen niet uitvoerbaar waren kregen echter gelijk, de compagnie van De Lesseps ging dan ook failliet in 1889 en zo’n 85000 aandeelhouders waren hun spaarcenten kwijt.
Baron de Reinach overleed in 1892 onder verdachte omstandigheden – moord of zelfmoord door vergiftiging – en uit briefwisseling met Ferdinand de Lesseps zou blijken dat hij gechanteerd werd door zijn compaan Cornelius Herz. In elk geval barstte toen het “Panamaschandaal” los. Het feit dat beide foefelaars van Joodse afkomst waren bleek koren op de molen van het groeiende anti-semitisme in Frankrijk en omstreken…
Karel Waeri dichtte kort daarna (1893) een hekellied op deze affaire en zong het op de melodie van “Ma Clef”, of althans toch het refrein; de strofen kunnen ook gezongen worden met de melodie van “De wereld vergaat“.
Het kanaal zou er uiteindelijk toch komen in 1914, nadat de Amerikanen er zich waren gaan mee bemoeien.
Het hele verhaal doet ook een beetje denken aan het schandaal met de bankiers Lagrand-Dumonceau, in dezelfde periode, en waarover Waeri eveneens gewag maakt in één van zijn liederen.
Het Panamaschandaal
Iedereen weet het en heeft het gelezen
wat er in Frankrijk alweer is geschied.
De grote koppen ja, nimmer volprezen
brachten de burgers in ramp en verdriet.
D’escroquerie van de Panamakwestie
heeft nog niet weinig opschudding verwekt
ja, senateurs en barons en de reste
hebben met hopen miljoentjes gestekt.
ja, senateurs en barons en de reste
hebben met hopen miljoentjes gestekt.
REFREIN:
O ja, o ja, ziet eens dat boelke na
die groot’ afzetterije van de Panama
de wereld is ontsteld
want alleman zijn geld
zit in dienen trou, trou, trou, troulala
in ’t diepst van Panama, holala.
’t Sommeken van vijftien honderd miljoenen
werd ingeschreven door burgers en boer,
die nu wat appels in plaats van citroenen
zullen bekomen en klaar is den toer.
Neen, niet de helft van het geld was verschenen
toen reeds de werken al werden gestaakt.
Het grootste gedeelte der som was verdwenen
en in de Panamaketel geraakt.
’t Grootste gedeelte der som was verdwenen
en in de Panamaketel geraakt.
Al de bedrogenen gingen aan ’t klagen
en het gerecht bleef zo dood als mijn kat
maar door ’t geweld van het klagen en zagen
heeft men er eind’lijk een bende gevat.
En ’t zijn geen arreme beursspeculanten
die zo wat hebben in ’t groot geschaveeld,
honderd en vijftig der representanten
hebben met hopen miljoentjes verdeeld.
Honderd en vijftig der representanten
hebben met hopen miljoentjes verdeeld.
Ingenieurs met begaafdheid geboren
ook de Lesseps, rond de wereld beroemd,
Eiffel den held van den ijzeren toren
worden nu ook als bedriegers genoemd.
Hoe men van ’t hoogste in ’t diepste kan vallen
G’lijk nog veel anderen die ik niet noem:
zo heeft men menige bergen zien dalen,
ja zo verdwijnt alle wereldse roem.
Zo heeft men menige bergen zien dalen,
ja zo verdwijnt alle wereldse roem.
Laat u zo gauw bij de nekke niet pakken
ja, z’is verdorven de fondsmaatschappij;
’t geld blijft zo licht aan de vingeren plakken,
elk is besmet met de aftrogg’larij.
Zijn dat nu weeral geen klare bewijzen?
’t Heeft toch altijd ’t zelfde liedje geweest.
Ik heb ’t horen zingen door zotten en wijzen:
kleine die stelen maar groten nog ’t meest.
‘k Heb ’t horen zingen door zotten en wijzen:
kleine die stelen maar groten nog ’t meest.
SLOTREFREIN
Daarom voor ’t lest,
ik raad het u voor ’t best,
schuwt al die dieverijen g’lijk de zwarte pest.
en zijt d’uw oordjes moe
ge weet wel waar naartoe
ge giet z’in uwen trou trou troulala,
dan hebt g’er deugd van ja,
holala.
Partituur * Het Panamaschandaal * |