Den vader van Armand dreef handel met den vijand
Als Armand thuiskomt na 4 jaren heldhaftig strijden wordt het geen prettig weerzien met zijn familie. Zijn vader blijkt niet alleen een lukratief smokkelhandeltje met de vijand te hebben opgezet, hij dwong zijn dochter Martha ook tot prostitutie met “den Duits”. De vader vluchtte naar Holland, de dochter bleef achter met een bastaardkind en werd als “Duitse slet” kaalgeschoren.
Tekstschrijver Leon Vanderplancke is nogal vaag over het lot van de moeder in heel het verhaal, maar dat zullen de toehoorders van toen wel zelf ingevuld hebben.
Melodie: “La femme à la rose” (Gaston Gabaroche)
smaakten er veel die vreugde niet.
Het weerzien had ook zijn bezwaren,
zij bracht angsten en zielsverdriet.
Nu kwamen er bittere tijden
voor hun die ’t land hadden verraân,
meedogenloos ze te kastijden
voor ’t kwaad ’t eigen volk aangedaan.
Maar velen staken schuld van kant
gelijk den vader van Armand.
Zie daar komt den strijder weer naar huis,
maar daar wacht hem ook een bitter kruis.
“Ach, zusje lief, zeg het mij toch,
is moeder ’t offer van d’oorlog?”
Het meisje nam nu haar broeders hand
en weende van droefheid overmand.
Onder naamloze smert gebogen
vernam hij de gruw’lijkste schand.
“Ons vader”, sprak ze diepbewogen,
“dreef handel met den dwingeland.
Hij zegde: wat kan het mij schillen,
wij hebben ’t geld, zijn rijke liên.
Ze klappen nu al wat ze willen,
in Holland zal men ’t eind afzien.”
Terwijl wij streden aan het front
ontvluchtte hij den vadergrond.
Dat is het begin van nieuwe smart,
die lafheid sneed hem zeer diep in ’t hart.
“Ach broer, hier zijn dingen gebeurd
die ik in mijn gemoed betreur”
Zo snikte Martha zeer droef ontzind
en toont hem daarbij haar bastaardkind.
“Ach broer, ‘k ben eerder te beklagen
dan door ’t volk te worden gelaakt.
Vader heeft door vloeken en slagen
van mij een Duitse slet gemaakt.
’t Gedrag ons vaders moet ik bekopen.”,
zo snikt het meisj’in luid geween,
“Soldaten kwamen aangelopen,
mijn haar tot op ’t vel afgesneên.”
Den uitgeweken smokkelaar
dreef handel met de moordenaars
terwijl gij menigen koude nacht
ginds in de loopgracht hebt doorgebracht.
ach moeder, wat hebt gij gedaan,
gij moogt naar broeders graf niet gaan
want hier wacht er u ook wraak en tucht
waar menigeen in den kerker zucht.
Partituur * Den vader van Armand * | |
1. Wreed & Plezant concert *Grooten Oorlog* 2014
|
|
2. La femme à la Rose - Damia (1948) - fragment
|