1

Carolientje met haar machientje

Geplaatst door Johan op 12 maart 2014 in dubbelzinnig, liedboeken, liederen, Spot & Ironie |

Dankzij de industriële revolutie op het eind van de 19e eeuw en zeker na WO I konden steeds meer vrouwen een inkomen verwerven door te gaan werken op kantoren of in fabrieken. Het cliché wil dat veel van die vrouwen op de werkvloer gebruik maakten van hun charmes om mannen te verleiden of verleid te worden en zo in de gunst te komen of van een voorkeurbehandeling te genieten. Of ze waren jong, naïef en trapten, zich van geen kwaad bewust, in de val.

Dat cliché kwam er omdat … het meer dan eens in de werkelijkheid gebeurde. Het waren nu niet langer alleen dienstbodes van rijke (kasteel)heren meer die, al of niet gedwongen, bastaarden op de wereld zetten, ook in de arbeiders- en bediendenomgeving gebeurden er meerdere ongelukjes.

Ook dit leverde inspiratie voor tal van café-chantant liederen die, al of niet dubbelzinnig, deze toestand aanklaagden. Het lied van “Carolientje” hoort tot de dubbelzinnige soort, al is er niet veel fantasie nodig om de dubbele bodem te ontdekken.

We vonden het terug in 4 verschillende verzamelboeken (1), in 2 gevallen zelfs met een melodie, maar geen van die bronnen wist te vertellen wie het lied maakte of zong.

 

Zo d'Ouden Zongen

Zo d’Ouden Zongen

De “oudste” bron is het boek “Zo d’ouden zongen” van Walther Van Riet. De liederen in dat boek zijn in principe in 1983 of vroeger opgetekend uit de mond van leden of familieleden van de toenmalige volkskunstgroep “Drieske Nijpers” uit Sint-Gillis Waas:

William Van Acker, oprichter en eerste groepsleider van Drieske Nijpers, ging reeds eind van de jaren zestig op pad met een bandopnemer op zoek naar oude liedjes die nog in Sint·Gillis·Waas gezongen werden. De groep kwam toen ook op het spoor van een “Sint-Gillise Hutsepot”. In 1975 – Marcel Oelbrandt was ondertussen groepsleider geworden – werd een poging gedaan om via de pers diegenen die deze “potpourri” kenden er toe te bewegen samen te komen en het voor te zingen.

Guido Bogaerts verzette heel wat werk door alle mensen, waarvan men vermoedde dat zij iets van deze ” hutsepot ” kenden, op te zoeken. Uiteindelijk kwamen zes mensen bij elkaar, nl. Maria Van Duyse, Staf Van de Vijvere, Maria Van der Heyden, Leo Van  Kemseke, Maria Verberckmoes en Yvonne Van Kemseke. In hun versies van de hutsepot kwamen detailverschillen voor, doch op 28 maart 1976 waren zij het over de «definitieve» versie eens en kon een eerste opname geregistreerd worden.

Later kregen de auteurs van het boek, na een oproep in de plaatselijke pers, verscheidene bejaarden zo ver om maandelijks in het lokaal “De Eirentrapper” samen te komen om in schriftjes teruggevonden oude liederen voor te zingen, zodat ze op band konden gezet worden en uitgeschreven.

Schermafbeelding 2013-11-12 om 12.43.01

Café-chantant in “Den Eirentrapper” – circa 1980

De uit Nederland afkomstige Antwerpse marktzanger Hendrik “de zot” Texier schreef een eigen versie van dit lied op de melodie van “It’s a long way to Typerary” uit 1912.
Schermafbeelding 2013-11-12 om 11.59.28
Wij vermoeden dat onderstaand lied van “Carolien” hiervoor als inspiratiebron diende en dus voor WO I werd gemaakt en gezongen, maar het kan net zo goed andersom zijn …

Carolientje

Zij was pas achttien jaren
haar naam was Carolien
zij was op een kantoortje
zat voor ’n schrijfmachien
men noemde haar het schatje
de trots van het kantoor
in alle goede dingen
was Carolientje voor
Zij was reeds ver gevorderd
die lieve Carolien,
zij had al aan haar eigen
een prachtig schrijfmachien
eenieder moest proberen
of het een goeie was
en al de meisjes dachten
tesamen dan alras:

REFREIN
O, Carolientje, liefste kindje,
pas toch op met uw machientje!
Wees voorzichtig
’t is heel gewichtig,
ge laat maar zonder kikke, kikke
iedereen maar tikke, tikke
op uw machien
zo met zijn tien
ja, ik zeg het in vertrouwen:
later zal het u berouwen.
Wees voorzichtig, mijn lieve Carolien
ge zit hier om te treuren
maar ge weet niet wat er kan gebeuren
ge zijt veel te roekeloos met uw machien,
Carolien!

Den direkteur der firma
schreef ook op haar machien
de chef kwam alle dagen
ook wel ne keer of tien
De magazijnbediende
kwam ook al eens ne keer
de loopknecht en de jongen
die waren in de leer.
Ja, zelfs de vreemde mensen
die zij nooit had gezien
liet zij maar tikke tikke
al op haar schrijfmachien.
En ’s avonds bij ’t naar huis gaan
de meisjes van ’t kantoor
fluisterden Carolientje
heel zachtjes in haar oor:

Carolientje liet ze praten,
zij nam hun kwaad niet aan
en wie wat had te schrijven
zij liet ze maar begaan.
Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds
stond haar machien niet stil
men hoorde schier niets anders
dan haar machiengetril.
Maar door het vele trillen
is het effect gedaan,
want heel het personeel zat
er met zijn vingers aan.
Maar nu is het versleten
Carolientje zit strop,
nu dat het reeds te laat is,
nu speelt het in haar kop:

Partituur * Carolientje *
      1. instrumentaal


(1) Naast het geciteerde boek “Zo d’ouden zongen” vonden we de tekst van het lied ook in “Volkszangers in Antwerpse café-chantants”, “Al la vapeur, dat heet progrès”en “Liederen van de Industriële revolutie – deel 2”

Aanvulling 6-6-2017

Op een liedblad van Louis Boeren (1891-1973) vonden we het lied “Pas op je machien, Amalia!” dat hetzelfde verhaal vertelt op een andere, niet nader genoemde, melodie. We geven u de tekst ter vergelijking, inclusief taal- en schrijffouten. De dubbele bodem zit er allicht ook in maar springt minder in het oog.

Amalia. een meisje van een 2S jaar
Een paar oogen wonderschoon
En daarbij een kopje
Met dat goudgeel blonde haar
Steeds de blosjes op haar koon
Zij was als typiste op een groote bank
En ieder klerk minde haar
En wanneer zij ’s avonds het kantoor verliet
Zong haar menig jongen achterna :

REFREIN:
Past op je machien, Amalia
Je zult het eens zien, Amalia
Want jong en oud, Amalia
Plukt aan je machientje en stukken er aan
Let op wat ik zeg, Amalia
Je krijgt nog eens peg, Amalia
Laat niemand begaan, Amalia
Of jou machientje is naar de maan !

Van heel de 24 uur
Stond haar machien niet stil
En zij typte steeds met vlijt
Van den vroege morgenstond
Tot in den avond laat
Men beklaagde steeds die meid
En haar óuders zeiden vaak
Zeg hoort eens kind
Laat dat ding eens stille staan
Eerdaags hebt, je stukken
En voor goed misschien
Is dat schoon machientje naar de maan !

En zië daar op een zekere keer
Was haar machien kapot
Zat ons Amalia in ’t nauw
En al haar klagen hielp niet
Er was niets aan te doen
Amalia heeft nu berouw
Had zij tog geluisterd naar
Haar moeders raad
Als je nu dat ding beziet
Had zij toch maar niet
Zoo roekeloos geweest
En eenieder zingt tot haar verdriet :

Aanvulling 15/11/2020

Er zijn enkele gelijkenissen tussen “Carolientje” en tekst & refrein van “La jolie dactylo” / “La petite dactylo” (1920, Jean Rodor – Vincent Scotto), gezongen door Georgel, maar een vertaling is het niet en de melodie is ook niet dezelfde.

1 reactie

Plaats een antwoord

HTML-code is niet toegestaan (pech voor SPAMmers)

HTML-code niet toegestaan
Form filling spam bots are redirected to the FormSpammerTrap.com web site.

Loading...

Verstuur uw reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Copyright © 1967-2024 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com