Bottelarijlied
Het Leuvens Historisch Genootschap is niet blij met de plannen om de gewezen bottelarij “Devroey” in de Tiensestraat in Leuven af te breken en er (lukratieve) studentenverblijven in de plaats te zetten. Ze publiceerden ondermeer een pamflet met een historisch overzicht van het belang van dit gebouw, kwestie van de redenen voor hun ongenoegen duidelijk te maken. En ze stuurden ons een liedtekst met het verzoek dit op hun ledenbijeenkomst te zingen. Daar hadden we wel oren naar: tenslotte proberen we zelf ook om het stiefmoederlijk behandelde muzikale erfgoed van marktzangers uit de vergeetput te redden.
Het “Bottelarijlied” wordt gezongen op het in studentenmiddens gekende strijdvaardige lied “Aan de oevers van de Dijle” (of de Schelde, of de Dender…), waarin een jonge kikker verneemt dat zijn vader werd “vermoord” door een ooievaar. De verontwaardigde jongeling roept uit: “als ik groot en sterk zal wezen, zal ik hem op zijn kloten slaan”, waarna in het slotvers als epiloog wordt gezongen:
maar den ooievaar zijn kloten, die doen nu nog altijd zeer!
Althans, zo luidt het in de live gezongen versies; in de boekjes heeft men het steeds over “bakkes” in plaats van “kloten”.
Het lied is ook gekend in Nederland waar “Aan de oever van de Rotte” wordt gezongen. Volgens sommige bronnen zou de Nederlandse melodie echter gebaseerd zijn op “Oh my darling Clementine“, een lied uit 1884 gemaakt door Percy Montrose, die zich op zijn beurt zwaar zou hebben geïnspireerd op “Down by the river lived a maiden” uit 1863 en van de hand van H.S. Thompson.
De melodie die wij in Vlaanderen hoorden zingen is vanuit Rusland via Australia en Engeland tot bij ons geraakt en stamt grofweg uit dezelfde periode.
In 1883 – kort voor hij stierf – schreef Dmitri Sadovnikov (1847-1883) namelijk een tekst die gezongen werd op een Russische volksmelodie “Stenka Rasin” over een legendarische kozakkenleider en zeerover (1630-1671). De melodie is met andere woorden zéér oud.
Dat lied werd in de jaren ’60 door het Osipov State Russian Folk Orchestra op balalaikas en domras tijdens een toernee in Australia gespeeld en daar door Tom Springfield – de broer van zangeres Dusty – opgepikt en bewerkt. Hij schreef een passende tekst “The Carnival is over“, waarna de door hem geproduceerde Australische versie van Peter, Paul and Mary, namelijk The Seekers er in 1965 een wereldwijde hit mee hadden. Een schitterend groepje met een tijdloze melodie, en ook 40 jaar later klinkt het nog steeds overtuigend.
Het lijkt erop dat de (Vlaamse) studenten in de jaren zestig hier hun inspiratie haalden voor de melodie, maar in Nederland was die melodie ook in gebruik voor de religieuze hymne “Vol verwachting blijf ik uitzien” dat we terugvonden als Hymne nr. 769 in een zangbundel van Johannes De Heer uitgegeven in 1947.
Hoe dan ook, Rob Verbruggen van het LHG deed wat onze geliefde marktzangers ook deden: een gelegenheidstekst over een actuele gebeurtenis plaatsen op een gekende melodie. U zal dus geen moeite hebben om dit lied te kunnen zingen!
Bottelarijlied
In de Tiensestraat in Leuven, niet ver van de Tiense poort
staat een oude man te treuren om de rust die wordt verstoord,
Ziede daar, zo zei die kerel, ziede daar dat prachtig pand?
’t Heeft een hele schone gevel en een erker navenant.
Vele drank werd er gebotteld door de mensen van Devroey
maar de tijden zijn veranderd, ’t was het einde van de bloei
En toen kwam een bouwpromotor in een hele sjieke slee:
“’t Moet gedaan zijn met die zever: oude krotten weg ermee.
’t Is het geld dat moet gaan rollen, massa’s koten en een flat,
plaats om auto’s in te stallen, die ruïne die moet plat.”
En de Tiensestraat in Leuven en met haar de Tiensepoort
zal nog jaren blijven treuren om haar buurt die wordt vermoord.
Partituur * Bottelarijlied * |
5 Commentaren
De melodie werd ook gerecycleerd door Bobbejaan Schoepen die er met de hulp van tekstschrijver Louis Baret het lied “Die heeft z’alle vijf niet meer” van maakte. Te vinden op zijn “KNAL L.P.” – BOBBEJAAN records BS1005
Prachtig artikel! Ik heb weer iets heel interessants bijgeleerd, merci. Nu wilde ik graag wat verder opzoeken, maar helaas is de link in de tekst ‘Volgens sommige bronnen’ dood. Ook het Youtubefilmpje van Clementine waarnaar je verwijst in diezelfde zin staat er inmiddels niet meer. Dit artikel staat dan ook al enige jaren online.
Enig idee waar ik meer kan lezen over de verwantschap met Clementine?
Bedankt!
Een recentere link waar (in de reacties) een verband wordt gelegd met
“Oh my darling Clementine”: Found a peanut/ Aan de oever van de rotte
Dode links op de site verander ik als ik merk dat ze niet meer werken … of iemand dat meldt!
Het Internet leeft en dat werkt in de 2 richtingen: 5 jaar geleden waren een aantal andere verwante pagina’s nog niet online.
Zo weet ik nu dat het lied van Clementine in 1885 ook geclaimd werd door Barker Bradford –
zie https://en.wikisource.org/wiki/Clementine_(Bradford)
Zijn daar dan ja dan niet auteursrechten op, veronderstel dat je daar een eigen versie zingt op de gekende melodie?
Het is me niet duidelijk wat u bedoelt met “daar” aangezien we twee verschillende melodieën aanhalen. De melodie die wij gebruiken werd geschreven door Dmitry Sadovnikov. Volgens de Belgische wet op de auteursrechten gelden die rechten tot uiterlijk 70 jaar na het overlijden van de componist. Sadovnikov overleed in 1883, die auteursrechten vervielen dus al in 1953. De tekst van onze versie werd geschreven door Rob Verbruggen en publiceerden we met zijn toelating. Voor zover ik weet claimt hij geen auteursrechten voor dit gelegenheidslied.