Vreugde
Een liedje opgetekend door pastoor J. Bols en gepubliceerd in “Honderd Oude Vlaamsche Liederen met woorden en zangwijzen” (1897). Het werd later overgenomen in “De Vlaamsche Zanger – tweede deel” (1930) en door Laura Hiel van de “Commissie van het OudeVolkslied” in “Zing Mee! – deel 2”
Het is een proper, gezellig gezelschapsliedje van onbekende oorsprong. Bols zou dit moeten opgetekend hebben in de buurt van Werchter maar details geeft hij hierover niet. Wel kunnen we afleiden dat er meerdere mensen dit lied voorzongen want hij schrijft in een voetnoot “Eenigen laten de laatste stroof weg. – Anderen voegen er nog de volgende bij, achter de 4de ” – waarna er een strofe geciteerd wordt die volgens ons niet echt past bij de anderen; wij lieten ze dus ook weg!
Vreugde
Al wie is mens, proeft in zijn leven
dan weer eens vreugd, dan weer verdriet;
dat er geen smert en wierd gegeven,
dan kenden wij de vreugd ook niet!
Refrein:
Laat ons dan van d’uren genieten,
die vreugde geven aan de geest!
Degeen die ons komen verdrieten,
zijn der in de wereld het meest,
zijn der in de wereld het meest.
De tijd dien wij met slapen slijten,
rukt de helft mee van onze jeugd;
een vierde blijft er om te krijten,
een ander vierde voor de vreugd.
Is ’t dat iemand niet kan verdragen,
dat wij tezamen zijn verheugd.
En in vreugde slijten ons dagen,
dat hij vrij zoek’ zijn eigen jeugd.
Al wie is jong niet kan verdragen
dat de mens zij verheugd en blij,
die hoort men als hij oud is klagen
dat de tijd zo ver is voorbij.
Gelijk het water door de molen
nooit keert terug, lijk men ons leert,
de tijd die eeuwig blijft verholen,
die ons ontsnapt, ook nooit en keert!
Partituur * Vreugde * | |
1. instrumentaal
|
|
2. Eigen opname 2004 - live in Duisburg voor KVLV
|