Sabota-boemdié
De legendarische Amerikaanse volksheld Joe Hill (1879-1915) – vals beschuldigd van moord en terechtgesteld, zodat men verlost was van zijn kritiek op de uitbuiting van de arbeiders – maakte nogal wat strijdvaardige liedjes, waaronder het in straatliedjes veelvuldig geparafraseerde “Tararaboemderee” uit 1916.
Dat was dan weer gebaseerd op een gelijknamige melodie uit 1891, toegeschreven aan Henry J. Sayers … die evenwel toegaf dat hij het in 1880 had horen zingen door “Mama Lou”, een zwarte zangeres. De melodie werd volgens een vonnis uit 1930 in het Public Domain geplaatst.
Enkele straatliedversies:
mijn lief is gone away
al met een patissier
ze brengt patékes mee.
En onze hond is dood,
hij had maar ene… poot
hij had er twee vandoen
om joepiejee te doen.
Tarara boem-di-ee
De dikke dominee
Die zakte door de plee
Nam al z’n kunsten mee !
Tarara boem-di-ee
de dikke dominee
die heeft zijn gat verbrand
al aan de kachelrand.
De tekst volgens de partituur van Sayers begon zo:
- A smart and stylish girl you see,
- Belle of good society
- Not too strict but rather free
- Yet as right as right can be!
- Never forward, never bold
- Not too hot, and not too cold
- But the very thing, I’m told,
- That in your arms you’d like to hold.
- Chorus:
- Ta-ra-ra Boom-de-ay! (sung 8 times)
Originele tekst van Joe Hill:
worked sixteen hours with hands and feet.
And when the moon was shining bright,
they kept me working all the night.
One moonlight night, I hate to tell,
I “accidentally” slipped and fell.
My pitchfork went right in between
some cog wheels of that thresh-machine.
Ta-ra-ra-boom-de-ay!
It made a noise that way.
And wheels and bolts and hay,
Went flying every way.
That stingy rube said, “Well!
A thousand gone to hell.”
But I did sleep that night,
I needed it all right.
In “Gij zijt kanalje heeft men ons verweten” publiceerde Jaap van de Merwe een nederlandse versie die hij waarschijnlijk zelf heeft geschreven al wordt dat nergens duidelijk gezegd.
Zijn versie volgt vrij getrouw de tekst van Joe Hill.
Je kan je zo inbeelden dat de zanger op een verhoogje staat en een groepje ontevreden werklui toezingt, allicht geflankeerd door propagandisten van de vakbond.
In onze versie is de “duizend piek” in het eerste refrein vervangen door “tienduizend frank”
zes uur nachtrust op z’n hoogst!
Was het soms nog volle maan
dan ook ’s nachts maar doorgegaan.
’t Was zo’n nacht, toen ik daar juist
met m’n hooivork per abuis
in de dorsmachine stak…
Heel de soep daar in de prak!
Refrein:
Sabotaboemdijee
dat gaf kabaal voor twee:
tandwielen en de rest,
die vlogen rond in’t nest.
Die rotboer vloekte dan:
“Daar gaat tienduizend frank”
Maar ik kon zonder smet
een keertje vroeg naar bed.
De andre dag zei boer: “Da’s dat!
‘k moet met eiers naar de stad
smeer de kar en opgepast
draai de moeren stevig vast!”
‘k Smeerde braaf maar ‘k deed geen moer
aan de wieltjes van de boer;
en toen hij vertrok, oh pech,
nam elk wiel zijn eigen weg.
Refrein:
Sabotaboemdijee,
zijn vals gebit in twee,
z’n hele hoofd was net
één grote omelet.
Toen wou die onbesuisd
met mij nog op de vuist.
Ik zei: “Pardon meneer,
wat spijt me dat toch zeer…”
Hij brieste: “Lui stuk saboteur
weg of ik doe een malheur.”
‘k Vloog eruit en ik kreeg schoon
uitbetaald mijn laatste loon.
Verder ging de dorserij
mijn vriend Jef als knecht erbij
maar ook hij stak ongezien
weer een hooivork in’t machien.
refrein:
Sabotaboemdijee
alweer in de puree
De hele handel vloog
in ’t rond en hemelhoog.
Die boer die vloekte wel
de duvels uit de hel.
Maar Jef zei: “Wat ik dacht,
’t is al laat, goedenacht”
Maar die boer die was niet dom
snapte ’t hoe en het waarom
en hij zei: “Ik heb gemerkt
dat men zich hier overwerkt.”
Nu is’t bij die boer gewoon
korter werken hoger loon
en toevallig sedertdien
nooit malheur meer aan’t machien.
Refrein:
Tararaboemdijee
die boer verdient voor twee.
Nu loopt zijn zaak gesmeerd
hij heeft zijn les geleerd.
Zo pak je bazen aan
als het niet anders kan.
Je doet er wondren mee:
‘Sabotaboemdijee”
Partituur * Sabota-boemdié * | |
1. instrumentaal
|
4 Commentaren
Moeder zong voor ons in de jaren 30 en 40 :
Tarara boem sa yé, mijn lief is patissier, hij brengt pateekes mee, van bij de patissier. (Leuven ???)
Ik ben zelf eens gaan zoeken en wou er een stukje over schrijven, maar ik heb er enorm veel over gevonden op het web, niet in het minst jullie prachtige samenvatting hierboven. Alleen over dit thema kan men een boek schrijven. Ik ga mij beperken tot de Franse versie (o.a. van Polaire) als aanvulling en met verwijzing naar dit prachtige artikel. Er bestaan tientallen parodieën maar als jullie nog ergens de “pateekesversie” zouden vinden, hoop ik dat jullie ze erbij vermeldt. Groeten en nogmaals proficiat voor jullie excellente “wreed en plezant” die voor mij een leidraad is geworden.
Ik vermoed dat uw moeder een (verbasterde) variante zong van de straatliedversie die ik in Leefdaal hoorde:
Ta-ra-ra-boem-tiejé,
mijn lief is gone away
al met een patissier
ze brengt patékes mee.
Ik denk dat je gelijk hebt.Maar ik herinner me ook dat haar vriendinnen en leeftijdsgenoten dezelfde versie zongen.. (Zij was van 1914) en er was toevallig een patissier in hun vriendenkring (de uitbater van de legendarische ” Patisserie Louis Neefs” van de Mechelsestraat (Schipstraat ) in Leuven. De zaak bestond van het einde van de 19e eeuw, en de stichter Louis was al overleden in 1900…. De zaak verdween in de jaren 70. Groeten.
In het boekje “Tararaboemdiee & de blikken dominee” van Ewoud Sanders wordt in 48 pagina’s het ontstaan van dit lied uit de doeken gedaan. We vernemen zelfs waar de “blikken dominee” vandaan komt en leren nog een pak andere tekstvarianten kennen. In het relaas over het auteursrechtenproces in 1932 vernemen we dat het refrein helemaal auteursrechtenvrij werd verklaard, ondermeer omdat bewijs werd aangeleverd dat dit reeds in 1809 in een bundel met Tiroolse liedjes werd gepubliceerd als “Ta rada Bum die e”