Driemaal wenen
Uit het liedjesschrift van de moeder van Luc Geens, volgepend < 1926 :
Een wat gehavende tekst, gelukkig werd hij ook door Willy Lustenhouwer gespot.
En ook Walther Van Riet hoorde het zingen in het land van Waas
In deze drie versies wijkt de tekst nogal af en ook de twee melodieën zijn niet overal even consequent … Het was niet makkelijk om er de grootste gemene deler in te ontdekken en de originele versie hebben we niet kunnen thuisbrengen.
Het is een droevig lied. De “zoon van rijke lieden” die een leven zonder zorgen leidde, wordt uiteindelijk toch driemaal door het noodlot getroffen.
Vooreerst verliest hij als kind zijn moeder, later laten vrouw en kind hem in de steek en uiteindelijk bij het leger, waar hij uit liefdesverdriet terechtkwam, wordt hij als vaandeldrager in de strijd geveld.
Er wordt nergens gezegd over welke oorlog het gaat, maar het zal allicht WO I geweest zijn (het liedschrift dateert van rond 1926, dus WO II kan niet) , waardoor het ontstaan van dit lied kort na 1918 kan gesitueerd worden.
Driemaal wenen
Hij was een zoon van rijke lieden,
door zijn ouders teer bemind.
Men kon hem slechts vreugde bieden,
want smarten die had hij nooit gekend.
Hij dacht toen van gans z’n leven
te wezen zonder smart.
Zijn weg scheen met rozen omgeven,
doch verborg voor hem bitt’re smart.
’t Verdriet zal nooit iemand sparen,
zo kreeg hij ook zijn deel.
Toen hij in zijn kinderjaren,
gans in het zwart gekleed,
zijn moederlief ging begraven,
onder een kruis van staal,
daar tussen vele graven,
weende hij voor de eerste maal.
Doden is men gauw vergeten,
toen zijn rouwtijd was voorbij
en ook zijn verdriet gesleten
leefde hij weer vrolijk en blij.
Weldra begon hij te minnen,
hij was geen twintig jaar.
Hij werd verliefd op zijn vriendinne,
en hij huwde spoedig met haar.
Zij sleten een heerlijk leven,
zij schonk hem zelfs een zoon
maar door ijdelheid gedreven
ontvluchtte zij haar woon.
Met haar minnaar en haar kleine
verliet zij haar gemaal.
Hij zag zijn geluk verdwijnen,
en weende voor de tweede maal.
Hij werd gefolterd in zijn lijden
door de valse trouw van haar.
Hij ging vrijwillig ten strijde,
wanneer zijn land kwam in het gevaar.
Men zag hem de dood verachten,
hij maakte zich beroemd,
em beloonde zijn goede krachten,
hij werd vaandeldrager benoemd.
In ene strijd, wreed en bloedig,
gedroeg hij zich als een held.
Rondom vochten ze ook moedig,
velen werden geveld.
Door de vijand ingesloten,
trof hem het moordend staal,
hem werd het vaandel ontnomen,
toen weende hij een laatste maal.
Partituur * Driemaal wenen * | |
1. instrumentaal
|
1 reactie
Dit lied staat op een liedblad gezongen door ene J.B. Rosseau die het ondertekent als auteur. Er staat op de achterkant in potlood “gekocht op de markt aan den Blauwen toren in Antwerpen op 8 III 1919”