Mijnen hond die blafte luid
In “Van Zinge en Speule” deel 1 nam auteur Harry Franken een lied over dat hij optekende in Retie bij Marie Truyens. De zangeres kon het lied blijkbaar niet helemaal reconstrueren en ook de melodie klopte niet helemaal met het origineel, dus hebben wij zoals gewoonlijk de vrijheid genomen om één en ander bij te kleuren.
Het is een licht erotisch en tegelijk ironisch lied over een Belgische soldaat die in Frankrijk op “maneuver” is, maar het “slagveld” is eigenlijk een veld vol haver en de “vijand” is een gewillige jongedame. De tekstschrijver is er redelijk in geslaagd om de beeldspraak rond soldatenterminologie te bewaren, maar de toehoorder hoeft niet zwaar na te denken over het ware onderwerp van dit lied.
Ook Eugenius Koopman pende een variante over in zijn liedjesschrift.
De muziek is gebaseerd op een aria uit “Die Czardasfürstin” uit 1915, en gelukkig worden die melodieën nog steeds gespeeld door populistische symphonieorkesten.
Zo konden we de melodie herstellen en het ritme van de tekst aanpassen.
Mijnen hond die blafte luid
Mijnen hond die blafte luid gisterenavond laat.
‘k Sprong al gauw mijn beddeken uit ‘k dacht d’er is verraad.
Ik hoorde daar zo een gerucht o o wat is dat
van voor m’n deur kwam dat gerucht ik keek door ’t sleutelgat.
Ja ik zag door ’t sleutelgaatje ene meid met een soldaatje
zij die maakten met elkaar maneuvers klaar.
Zij omhelsde hem gedurig en hij kuste haar zo vurig
ja ik had al spijt alras dat ik er zelf dat soldaatje niet was.
‘k Spioneerde daar heel goed dat koppeltje fijn,
oogjes vol van minnegloed, handjes nog zo rein.
Ja, ik zag haar poedergezicht maar heur handjes niet
godweet waar staken die verstopt godweet waar staken die.
‘k Zag dienen soldaat z’n frakske en het flosjke van zijn klakske
’t wiegelde zo op en neer och God och Heer
Zij omhelsde hem gedurig en hij kuste haar zo vurig
ja ik had al spijt alras dat ik er zelf dat soldaatje niet was.
’t Meisje sprak dan ook alweer: hoort eens beste vriend,
gij die draagt een kruis van eer, hoe is dat verdiend?
Gij schoot er zeker nooit abuis, ging nooit op de vlucht?
O nee Marie, ik kreeg dat kruis omdat ik schoot terug.
Zij die riepen in den haver bombardeerden zonder daver
den soldaat van belgenland, zorgt voor ons land:
hij zal veel kleine soldaten hier in Frankrijk achterlaten
ja ’t is enen die zijn plicht als enen held op dat front heeft verricht.
’t Klokske sloeg twee uren zoet, o o o o o
’t offensief begon voorgoed, o o o o o
En toen den aanval dan begon o wat een malheur,
want mijnen hond die brak toen los en sprong tegen de deur.
En den hond begon te grollen ‘k zag ze rond malkander tollen
’t offensief werd ingezet met den trompet.
Die mag wel een kruisje dragen die zo’n aanval af kan slagen
ja, ’t is enen die zijn plicht als enen held op dat front heeft verricht.
Partituur * Mijnen hond die blafte luid * | |
1. instrumentaal
|
Harry Franken meldt nog dat hij een quasi zelfde tekst aantrof op een liedblad van marktzanger Jaak van Gestel uit Aarschot, maar die had het geschreven rond de melodie van “Meelij Jet”, alias “Rötsch mer Jet” van Willi Ostermann. Daar noemt het lied “Hoe soms ’t water uit den mond loopt”. We geven de eerste strofe en het refrein ter vergelijking:
’t Was gister in den avond laat
‘k Ontwaak van ’t geluid.
Ik dachte, hier gebeurt er wat
En sprong mijn bedde uit
Ik gluurde door het sleutelgat
Maar wat ik zag was een soldaat
Met een lief meisje als een bloem
Dat ik een roosje noem
Ik dacht wat nu gedaan
En bleef een tijdje staan.
Refrein:
Maar Louis, wel sapristie
‘k heb nooit zulk een paradijs gezien
Och ik gevoelde mij zoo weg gaan
Als ik dat schoon vurig meisje zag staan
Wel och God is dat niet wreed
Ik was van hoofd tot de voeten bezweet
Wijl ik daar loerde die dacht ik alras
‘k Wensch dat ik dat soldaatje was.
1 reactie
Mijn grootmoeder zong het enigszins anders
Strofe 2, regel 1, 2, 3 en 4
‘k spioneerde daar al goed, ’t koppeltje zo fijn,
d’ oogjes vol van minnegloed, ’t hartje nog zo rein,
wangetjes zo helder wit, ‘k rook poederderie,
maar haar handjes zag ik niet, god weet waar zaten die.
strofe 3: regel 4 en verder
Nee mijn lief ik kreeg dat kruis, ‘k schoot zonder gerucht ( heel dubbelzinnig )
Zij die sliepen in den Haver ( Le Havre ), kannonneerden zonder gedaver
een soldaat van Belgenland werkt voor zijn land,
hij zal veel kleine soldaten hier in Frankrijk achterlaten,
ja dat is toch zijne plicht, die een soldaat achter het front verricht.
strofe 4: regel 5 en verder
Mijnen hond begon te grollen, ‘k zag z’er samen van onder bollen
’t offencief dat was gesticht door mijne spicht ( soort hond ??)
Die mag wel een kruisje dragen om den aanval af te slagen.
Zij kozen het hazenpad en ik zag niets meer door het sleutelgat